De Europese Unie gaat een fonds optuigen dat de komende drie jaar in totaal 300 miljard euro moet investeren. Het fonds lijkt op voorhand echter al gedoemd te mislukken en mist politiek ook nog zijn doel.
Volgens persbureau Bloomberg krijgt het nieuwe fonds circa 20 miljard euro aan publiek kapitaal. De rest van het geld moet worden ingebracht door andere, bij voorkeur private, investeerders.
Met het bedrag van 300 miljard euro lijkt Brussel een gat in de publieke investeringen te willen vullen dat in zes jaar crisis is ontstaan. Een recent rapport concludeerde dat deze investeringen in Europa met circa een vijfde op jaarbasis zijn gedaald.
Gaten
Dat komt neer op circa 75 miljard euro per jaar. Als het nieuwe fonds inderdaad 300 miljard euro gaat uitgeven in drie jaar dan zou dat dus ruim de daling van de voorgaande jaren moeten opvangen.
Dat klinkt goed, alleen zitten er nogal wat gaten in het plan. Zo is het niet de bedoeling dat het geld wordt gestoken in eenvoudige overheidsinvesteringen, zoals in infrastructuur. Er moet juist geld komen voor risicovolle innovatieve projecten die private investeerders links laten liggen.
Private investeerders zouden massaal op hun geld blijven zitten en het fonds zou ze moeten stimuleren hun geld te investeren. Maar als de huidige situatie op de beurs een ding duidelijk maakt, dan is het wel dat er aan privaat risicodragend kapitaal geen tekort is.
Innovatie
Elk internetbedrijf dat maar een enigszins vernieuwend idee heeft kan zo miljoenen ophalen. Dat dit niet alleen geldt voor het Amerikaanse Silicon Valley laat de hete Duitse beursherfst met de nieuwe noteringen van Rocket Internet en Zalando zien. Ook in Europa is dus kapitaal voor innovatie.
Het is alleen de vraag of dit de soort innovatie is die men in Brussel graag ziet. Een op de investeringen door het zogenaamde cohesiefonds van de EU geeft een idee wat voor investeringen op Europees niveau populair zijn.
Ruim 40 procent van de gelden voor onderontwikkelde regio's is bestemd voor sociaal beleid, milieubeleid en het versterken van overheidsinstanties. Investeringen in infrastructuur maken er slechts 20 procent van uit.
Het lijkt niet waarschijnlijk dat private investeerders warmlopen voor dit soort investeringen, ook niet als Brussel een stukje van het risico draagt.
Goedkeuring
De Europese investeringsplannen komen op het moment dat de Brusselse begrotingscyclus begint. Dit weekend werd al dat de begrotingen van Italie, Frankrijk en Belgie een goedkeuringsstempel krijgen.
Naast de discussie over ontspoorde tekorten is er in Europa echter ook een discussie over te beperkte overheidsuitgaven in bepaalde landen, in het bijzonder Duitsland.
Vooral uit zuidelijke Europese landen komen geluiden dat te weinig wordt geïnvesteerd of uitgegeven door overheden die daarvoor ruimte hebben op hun begroting. De lancering van het fonds lijkt dan ook nadrukkelijk een poging om tegemoet te komen aan de kritiek.
Het lijkt echter niet waarschijnlijk dat dit gaat lukken. De Franse minister van Financiën Emmanuel Macron zei onlangs al dat het fonds uit nieuw geld moest bestaan, wat niet zo zal zijn.
Brussel lijkt zo dus drie keer de plank mis te slaan. Het fonds investeert niet in de goede dingen, zal daarom ook niet de gewenste omvang krijgen en is ook nog eens geen antwoord op al het politiek gekrakeel.
Met het bedrag van 300 miljard euro lijkt Brussel een gat in de publieke investeringen te willen vullen dat in zes jaar crisis is ontstaan. Een recent rapport concludeerde dat deze investeringen in Europa met circa een vijfde op jaarbasis zijn gedaald.
Gaten
Dat komt neer op circa 75 miljard euro per jaar. Als het nieuwe fonds inderdaad 300 miljard euro gaat uitgeven in drie jaar dan zou dat dus ruim de daling van de voorgaande jaren moeten opvangen.
Dat klinkt goed, alleen zitten er nogal wat gaten in het plan. Zo is het niet de bedoeling dat het geld wordt gestoken in eenvoudige overheidsinvesteringen, zoals in infrastructuur. Er moet juist geld komen voor risicovolle innovatieve projecten die private investeerders links laten liggen.
Private investeerders zouden massaal op hun geld blijven zitten en het fonds zou ze moeten stimuleren hun geld te investeren. Maar als de huidige situatie op de beurs een ding duidelijk maakt, dan is het wel dat er aan privaat risicodragend kapitaal geen tekort is.
Innovatie
Elk internetbedrijf dat maar een enigszins vernieuwend idee heeft kan zo miljoenen ophalen. Dat dit niet alleen geldt voor het Amerikaanse Silicon Valley laat de hete Duitse beursherfst met de nieuwe noteringen van Rocket Internet en Zalando zien. Ook in Europa is dus kapitaal voor innovatie.
Het is alleen de vraag of dit de soort innovatie is die men in Brussel graag ziet. Een op de investeringen door het zogenaamde cohesiefonds van de EU geeft een idee wat voor investeringen op Europees niveau populair zijn.
Ruim 40 procent van de gelden voor onderontwikkelde regio's is bestemd voor sociaal beleid, milieubeleid en het versterken van overheidsinstanties. Investeringen in infrastructuur maken er slechts 20 procent van uit.
Het lijkt niet waarschijnlijk dat private investeerders warmlopen voor dit soort investeringen, ook niet als Brussel een stukje van het risico draagt.
Goedkeuring
De Europese investeringsplannen komen op het moment dat de Brusselse begrotingscyclus begint. Dit weekend werd al dat de begrotingen van Italie, Frankrijk en Belgie een goedkeuringsstempel krijgen.
Naast de discussie over ontspoorde tekorten is er in Europa echter ook een discussie over te beperkte overheidsuitgaven in bepaalde landen, in het bijzonder Duitsland.
Vooral uit zuidelijke Europese landen komen geluiden dat te weinig wordt geïnvesteerd of uitgegeven door overheden die daarvoor ruimte hebben op hun begroting. De lancering van het fonds lijkt dan ook nadrukkelijk een poging om tegemoet te komen aan de kritiek.
Het lijkt echter niet waarschijnlijk dat dit gaat lukken. De Franse minister van Financiën Emmanuel Macron zei onlangs al dat het fonds uit nieuw geld moest bestaan, wat niet zo zal zijn.
Brussel lijkt zo dus drie keer de plank mis te slaan. Het fonds investeert niet in de goede dingen, zal daarom ook niet de gewenste omvang krijgen en is ook nog eens geen antwoord op al het politiek gekrakeel.